Het veredelingsdoel: sneller te zijn dan de ziekteverwekker
De resistentieveredelaars bij KWS hadden al een alternatief paraat toen de resistentie van het Rz1-gen de eerste keer werd overwonnen: sinds 2000 werd een andere resistentie van de wilde biet Beta maritima geleidelijk in de genpoel van KWS ingekruist. Deze wordt op sommige markten in combinatie met Rz1 onder de naam "RZ2.0" verkocht en biedt een bijzonder goede bescherming bij een sterke besmetting met rhizomanie.
"Het is belangrijk dat veredelaars niet pas een alternatief uit de hoed toveren wanneer een resistentie al doorbroken is, maar op zo'n situatie al zo vroeg mogelijk zijn voorbereid. Het kan ten slotte tien jaar of langer duren voordat een nieuwe resistentiebron in verhandelbare variëteiten worden ingekruist", zegt Beyer. Daarom zoeken veredelaars naar alternatieve resistentiebronnen om de bestaande afweerbronnen te beschermen. Al met al helpt het dat het familiebedrijf KWS met een geschiedenis van meer dan 160 jaar financieel onafhankelijk is en in perioden van tientallen jaren kan denken en handelen. Daarom kunnen landbouwers ook in de komende decennia goed aangepaste en resistente variëteiten verwachten.
Veredeling onder tijdsdruk
Toch is het een kwestie van tijd tot ook nieuwe resistenties worden overwonnen. Sommige resistenties, zoals het Rz1-resistentiegen tegen rhizomanie, heeft vele jaren stand gehouden en de verspreiding van virusstammen die de resistentie hebben overwonnen verloopt traag. Bij schimmels, die zich vaak zeer snel en sterk vermeerderen en meerdere generaties nakomeling per jaar produceren, kan het proces zeer snel verlopen en vaak is daar slechts een paar jaar voor nodig. De factor tijd speelt ook een belangrijke rol in de concurrentiestrijd met andere veredelingsbedrijven. Hoe sneller en efficiënter KWS nieuwe resistenties kan inkruisen, des te eerder kunnen landbouwers van nieuwe, innovatieve producten hun voordeel hebben.
Waar kunnen nieuwe resistentiebronnen worden gevonden?
Voor veel ziekten zijn er bekende resistentiebronnen. Daarnaast onderzoeken de veredelaars vaak ook wilde bieten uit genenbanken als ze nieuwe resistentiegenen zoeken. Een dergelijk proces duurt soms enkele jaren om een nieuwe resistentie genetisch te fixeren en de erfelijkheid te analyseren. Soms worden resistentiegenen in het klassieke basismateriaal gevonden, zoals de resistentie tegen de echte meeldauw, bietenroest en vele andere schadelijke schimmels.
Veredeling is echter altijd teamwork: De interactie van meerdere veredelingsprogramma's en de combinatie van verschillende resistenties bepalen uiteindelijk welke variëteiten op de markt komen. Hierdoor worden de experts van KWS gedwongen steeds te zoeken naar nieuwe proefvelden die sterk besmet zijn. De pacht van de onderzoeksvelden in de buurt van Pithiviers zal nog wel enkele malen moeten worden verlengd.